“Zowel binnen het werkveld als binnen het onderwijs is de ervaring dat er onvoldoende afstemming is tussen beide sectoren voor wat betreft de competenties die wenselijk zijn in de begeleiding en zorg voor personen met dementie. Vandaar dat vanuit het regionaal expertisecentrum Tandem in Turnhout, UZ Gent en K.H. Kempen in samenwerking met het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen, een competentieonderzoek werd uitgevoerd,” legt Jurn Verschraegen uit.
Aan het onderzoek dat bijna drie jaar liep, namen 213 verpleegkundigen en 172 verzorgenden (thuiszorg, woonzorgcentra en docenten) deel. “Dit resulteerde in een lijst van 29 competentieprofielen die van belang zijn in de zorg voor personen met dementie. Er worden drie competentieniveaus onderscheiden. Op het eerste basisniveau functioneert de zorgverlener als beginnende zorgverlener, met weinig tot geen ervaring. Hij kan goed omgaan met courante zorgsituaties, die relatief eenvoudig en voorspelbaar zijn. Complexe of onvoorspelbare zorgsituaties kan hij slechts aan mits begeleiding van een collega of leidinggevenden.” Bij het tweede niveau is sprake van verdieping. “De zorgverlener kan complexe of onvoorspelbare situaties hanteren, maar hij is er nog zoekende in. Hij voelt zich onzeker en/of kwetsbaar. In derde niveau is sprake van een expert. De zorgverlener kan complexe en onvoorspelbare zorgsituaties met een zekere vanzelfsprekendheid hanteren. Hij heeft het vertrouwen het aan te kunnen en kan benoemen wat hij doet en waarom. Dit stelt hem in staat anderen aan te sturen in soortgelijke situaties.”
Afstemming
Wat is de meerwaarde van dergelijke competentieprofielen? Jurn Verschraegen: “Met deze competentieprofielen willen wij komen tot een afstemming van basis- en vervolgopleidingen verpleegkunde/verzorgende. Met dit onderzoek kunnen wij een concreet instrument aanbieden waar zorg- en onderwijsinstellingen mee aan de slag kunnen. Dit alles zou moeten leiden tot een verhoging van de zorgkwaliteit.”
Zorg voor de zorgende
Jurn Verschraegen wijst er op dat er momenteel te weinig zorg wordt besteed aan de zorgende. “Dat is een absolute voorwaarde om mensen te motiveren. Werken met personen met dementie is een zware opgave. Zorgverleners worden regelmatig geconfronteerd met afscheid nemen zoals bijvoorbeeld bij de dood van een patiënt waar ze jarenlang voor hebben gezorgd. Een zorgtraject wordt dan plots afgebroken. Dat leidt tot emoties en verlieservaring. Doorgaans is er geen tijd om hier bij stil te staan, om even bij te praten. Wij pleiten op dat vlak voor meer menselijkheid en het inlassen van reflectiemomenten,” besluit Jurn Verschraegen.
KADER: referentiepersoon en dementieconsulent
Vanuit de Expertisecentra Dementie Vlaanderen worden diverse initiatieven ontwikkeld om het niveau van de dementiezorg op te krikken. De opleiding tot referentiepersoon is daar een voorbeeld van. De opleiding gaat door op vijf locaties in Vlaanderen en telt 11 dagen van 6 uur. De opleiding tot referentiepersoon staat open voor alle disciplines en ook het RIZIV had oren naar een financiering van deze functie in de woonzorgcentra.
Het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen pleit ook voor een volwaardige thuisbegeleidingsdienst waarbij dementieconsulenten een belangrijke rol kunnen spelen. In Brugge loopt reeds een door de Vlaamse overheid betoelaagd experiment. Een dementieconsulent heeft vooral tot taak de persoon met dementie en zijn thuisomgeving emotionele en praktische bijstand te bieden, zeker wanneer men aangeeft de situatie niet de baas te kunnen.
INFO: Expertisecentrum Dementie Vlaanderen, t/f 070 224 777 [email protected] .
Bert Verbeke