Opdrachtgever van dit project was de Opdrachthoudende Vereniging St. Antonius van Peer, (samenwerkingsverband tussen de gemeenten Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen- Gruitrode en Peer,) die voor het ontwerp een beroep deed op architectenbureau AR-TE uit Leuven. Studiebureau Stabo stond zowel in voor de studie van de technieken als voor de stabiliteitsstudie. Hoofdaannemer was Heijmans Bouw, Interieurbouw Festen nam de interieurinrichting voor zijn rekening
Open karakter
Het ontwerp bestaat uit een vierkant bouwvolume met twee bovengrondse bouwlagen, waarin een woon- en zorgconcept ontwikkeld werd binnen drie sferen. Op het gelijkvloers vind je, aansluitend en met zicht op het publieke pleingebeuren, de semipublieke sfeer van het woonen zorgcentrum. Om de interactie met het leven buiten het woon- en zorgcentrum te versterken, heeft deze zone een open karakter en kunnen de bewoners van hieruit de activiteiten op het publieke plein volgen. Bovendien opent het aanliggende binnenplein zich naar het publieke plein. Het open karakter vormt zo een uitnodiging voor de dorpelingen om zich betrokken te voelen bij het woon- en zorgcentrum. Dit open karakter wordt ook binnen in deze semi-publieke zone doorgetrokken. Centraal is de polyvalente ruimte gesitueerd waarrond een wandelgang loopt waarop de cafetaria, de bezigheidstherapieruimte en het kapsalon zijn geënt. De cafetaria en de bezigheidstherapieruimte zijn van deze wandelgang gescheiden door middel van mobiele wanden, zodat deze ruimten bij grote evenementen of feestelijkheden mee in de polyvalente ruimte kunnen worden geïntegreerd
Afzonderlijke toegang
Aansluitend op deze semipublieke sfeer worden eveneens de administratieve ruimten en de toegang tot de dienstfuncties die zich op kelderniveau bevinden, ondergebracht. Belangrijk hierbij is dat de dienstfuncties een afzonderlijke toegang en verticale circulatieas krijgen, zodat zij het leven in de semi-publieke zone niet storen. Wanneer we verder doorstoten in het gebouw, komen we in de verzorgingsafdelingen terecht. Op het gelijkvloers wordt een verzorgingsafdeling voor 31 bewoners ingeplant, op de verdieping één voor 44 bewoners. De dagverblijven van de verzorgingsafdelingen vormen de semi-privé sfeer. Deze ruimten vormen de leefkamers van de woning waarin een familie samen eet en leeft. De derde sfeer is de privésfeer. In dit gedeelte vinden we de kamers terug.
Deze sferen zijn vervat in een vierkant bouwblok, dat gefragmenteerd is om een zekere kleinschaligheid en huiselijkheid naar de omgeving uit te stralen. Centraal in dit bouwblok werd de verticale circulatieas ingeplant onder de vorm van één beddenlift. Rond deze centrale kern zijn centraal in het bouwblok de dagzones van de verzorgingsafdelingen ingeplant, met uitlopers tot in de periferie die het contact met de omgeving moeten bevorderen.
Omsloten buitenruimte
Deze centrale dagzone is opgebouwd rond verschillende open binnengebieden die zich respectievelijk bevinden op het gelijkvloers en op de Zo heeft elke verdieping zijn eigen omsloten buitenruimte, waarin de bewoners vrij kunnen rondwandelen. De wanden van deze binnengebieden zijn vrij open opgevat met veel beglazing, waardoor een heel luchtige sfeer ontstaat die lichtinval en zicht bevordert. In de periferie rond deze dagzone zijn de kamers gelegen met zicht op de omgeving. De kamers zijn geënt op een gang die het binnengebied omsluit. Door het open karakter van de gangen naar het binnengebied toe worden deze opgewaardeerd tot aangename wandelgangen met de nodige rustplaatsen.
Het rvt heeft een verzorgingsafdeling voor 31 bewoners op het gelijkvloers en een verzorgingsafdeling voor 44 bewoners (waarvan 3 kortverblijf) op de verdieping. Op hun beurt zijn de verzorgingsafdelingen onderverdeeld in leefgroepen van 15 bewoners. Centraal in de verzorgingsafdeling situeert zich de verpleegpost met bijhorende apotheek. Door de centrale ligging en het open karakter van het hele binnengebied heeft men vanuit de verpleegpost een goed overzicht over de volledige afdeling. De centrale ligging en de gangenstructuur maken dat loopafstanden tot een minimum worden beperkt. De volledige dagzone ligt trouwens binnen handbereik.
De verzorgingsafdelingen zijn zo opgebouwd dat één of twee leefgroepen kunnen worden afgesloten indien dit zou nodig zijn in functie van het wegloopgedrag van bewoners. In functie van brandpreventie vormt elke leefgroep trouwens een afzonderlijk brandcompartiment verdieping.
De leefgroepen De leefgroepen vormen de woningen binnen het rust- en verzorgingstehuis. Ze zijn opgebouwd uit een leefruimte met kitchenette, een zithoek met zicht op de omgeving, de nodige sanitaire ruimten, bergruimten en de kamers. Naast de functie van eet- en zitruimte kan de leefruimte ook worden aangewend voor bezigheidstherapie. In de nabijheid van de leefruimte zijn de sanitaire en dienstfuncties ingeplant. Deze zone omvat een ruim rolstoeltoilet aansluitend bij de leefruimte, een badkamer met hooglaagbad en verzorgingsdouche, een utilityruimte met vuile berging en een propere berging. Tot slot telt elke leefgroep 15 individuele kamers. De opvatting van het ontwerp maakt het mogelijk op termijn aan bepaalde leefgroepen meer of minder kamers toe te wijzen, in functie van de evolutie van de zorgbehoevendheid of dementiegraad van bewoners.
Extra bed
De kameroppervlakte bedraagt 25m² (3,5m x 7,2m) inclusief sanitaire cel. De netto vloeroppervlakte van de kamer exclusief sanitaire cel bedraagt 18m². Dit gegeven alsmede de indeling van de kamer, maken het mogelijk om in palliatieve fase de kamer zo in te richten dat een extra bed voor een inslapend familielid op een comfortabele wijze kan worden geïntegreerd, zonder de huiselijke sfeer van de kamer aan te tasten.
(RNP)