Ze waren ongeveer met 90, de patiënten die eind 2009 het psychiatrisch ziekenhuis van Dave verlieten om hun intrek te nemen in de ruimte die hen werd toegewezen in het volledig nieuwe psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) enkele meters verder. Hun profiel? Personen met een soms lange psychiatrische voorgeschiedenis waarvan de toestand gestabiliseerd is, die voortdurend begeleiding nodig hebben, echter zonder voortdurende zorgen nodig te hebben, noch mogelijkheden op re-integratie hebben. Deze overplaatsing naar een overgangsstructuur had tot doel dure ziekenhuisbedden om te vormen tot (maandelijkse kost voor de gemeenschap: €4400) PVT-bedden (€2176), waarbij de zorgfunctie minder actief is. Budget voor deze operatie: 12 miljoen euro voor de bouw van nieuwe gebouwen, gefinancierd door de federale en gewestelijke autoriteiten. De investering zal, volgens Benoît Folens, Algemeen Adjunct-Directeur van het Neuropsychiatrisch Centrum van Dave, na 33 jaar afbetaald zijn. “De volumes zijn verdriedubbeld, dus men zal meer moeten betalen voor verwarming, reiniging, verlichting, maar dit moet ook genuanceerd worden. Door een betere isolatie verbruiken we minder energie, de oppervlakken worden minder gauw vuil…” verklaart de verantwoordelijke. De werkingskosten worden gedeeltelijk door de bewoner gedragen – remgeld ter waarde van €1200 – maar zal dit bedrag ook binnen het bereik van de volgende generaties liggen?
Vandaag €1200 voor een eigen kamer, gisteren nog een slaapzaal. Logisch dat alles volzet is.
Als de financiering van de PVT moet worden herbekeken, zijn er uitstekende vooruitzichten: het niveau van comfort dat wij vandaag de bewoner bieden aan dezelfde prijs – hij betaalde reeds €1200 voor een plek in een slaapzaal met 30 bedden! – beschermt ons tegen elke onzekerheid. Vandaag zijn de wachtlijsten erg lang, terwijl we vroeger een zekere aarzeling bemerkten,” vervolgt dhr. Folens, eveneens financieel directeur van het Neuropsychiatrisch Centrum.
Inspirerende levensruimten
In termen van kwaliteit is dit een grote sprong voorwaarts: de bewoners hebben hun oude slaapzaal ingeruild voor enkele of dubbele kamers. Ze krijgen meer intimiteit en vrijheid: ieder mag een thuis creëren en zich er terugtrekken. Ze kunnen ook beslissen contact te leggen met de anderen in de grote en verfijnde gemeenschappelijke ruimten met levendige kleuren die in het licht baden. Bovendien kunnen ze in de glazen gangen rondwandelen en dagdromen in de zuidelijke raamopeningen die uitkijken op de groene tuinen. Elkaar ontmoeten in de keuken of op het terras…
Rustigere bewoners
Na een kort bezoek aan de woningen met de heer des huizes is het plaatje duidelijk: er hangt een goede sfeer, iedereen groet elkaar, geeft elkaar de hand, er worden grapjes gemaakt. In plaats van de angstige of agressieve blikken waaraan we ons hadden kunnen verwachten, zagen we open en lachende gezichten. Dhr. Folens bevestigt dit: “De resultaten zijn na minder dan een jaar erg positief, de sfeer is rustiger, de bewoners zijn meer ontspannen, er zijn minder werkongevallen, de werkomstandigheden worden gunstiger beoordeeld…” Volgens mevr. Verbeeck, verantwoordelijke van de eenheid Mériba, creëert alle bewoners in één leefruimte een enorme spanning: “Vandaag telt elke eenheid 30 patiënten en niet meer: in mijn ogen is dat een bron van vooruitgang, we creëren een ander niveau van contact en ze worden anders omkaderd.”
Architecten zij aan zij met het personeel
Het is het bureau VK Studio Architects dat de opdracht kreeg de nieuwe verzorgingstehuizen te tekenen. Deze studie werd volledig in het Psychiatrisch Centrum ST Bernard de Manage gekozen, waarvan de inrichtende macht in handen is van de Broeders van Liefde zoals alle 13 andere psychiatrische centra en ziekenhuizen van het land. De werken hebben 4 jaar geduurd. “Het voordeel van dit bureau was dat het bekend was met de sector, de relatie was uitstekend, ze luisterden naar ons en hebben het personeel betrokken bij de opmerkingen over de eerste plannen,” getuigt B. Folens. De projecten werden meerdere malen opnieuw op de tekentafel gelegd om de wensen van de medewerkers uit te drukken en dit resulteerde in een samenhangend architecturaal geheel uit bakstenen en pastelkleurig beton dat de hoogteverschillen volgt en gepast is voor zijn bewoners.
De verdeling van het complex in blokken die onderling verbonden zijn, bevordert de interne circulatie in het dorp. De eenheden van 30 plaatsen elk hergroeperen de bewoners volgens hun graad van psychische en lichamelijke afhankelijkheid: in een eenheid die een beetje verder verwijderd ligt van het centrum verblijven de meest autonome bewoners, in een tweede verblijven de bewoners die een striktere omkadering vereisen en tot slot een derde op het gelijkvloers voor bewoners die de meeste lichamelijke zorgen vereisen. Met, in het centrum, het gebouw dat de zorg- en beheersactiviteiten groepeert van de 50 gelijkwaardige voltijdse personeelsleden. Als de meest autonome bewoners hun vertrekken moeten verlaten om hierheen te komen, dan is hier lang over nagedacht in functie van de therapeutische impact.
De verankerde bewoners van tussen hun oude muren halen
Voor de teams was het een mooie gelegenheid om na te denken over hun aanpak en hun therapeutisch programma. Een werkgroep die onder andere uit hoofdverpleegkundigen en psychologen bestaat stuurde werf en gaf de informatie door aan de directie. “Dankzij een psychologische omkadering gebeurde de verhuis in alle rust. Tot de laatste voorbereidende minuten vóór de overbrenging waakten de teams erover de belangrijkste belemmeringen en ieders gevoeligheden te respecteren.”