In de eerste plaats is het algemene verkeersreglement van toepassing op de openbare weg. In de wetgeving is niet echt een definitie opgenomen van wat moet verstaan worden onder openbare weg. In het algemeen kan je stellen dat een openbare weg een weg is die openstaat voor het verkeer van het publiek. Het belangrijkste element voor de bepaling of een weg openbaar of privé is, is de toegankelijkheid van deze weg voor het verkeer in het algemeen.
Ons Hof van Cassatie oordeelde ooit dat een openbare weg, elke weg is die openstaat voor het verkeer te land, ook wanneer de weg geen verdere uitweg biedt, tot een private eigendom behoort en door geen enkele aanwijzing als een private weg wordt aangeduid.
Verder oordeelde het Hof ook al dat een verkeersweg die toegankelijk is voor het publiek, een openbare weg is.
Het loutere feit dat deze weg door een particulier wordt opengesteld en de eigendom waarop deze weg werd aangelegd eveneens aan deze particulier toebehoort, neemt niet weg dat voor de toepassing van de verkeerswetgeving, deze weg publiek is. Het ontbreken van enige afsluiting, of van een vermelding dat deze weg privé is, is voldoende om aan te nemen dat deze weg open staat voor het publiek en dus openbaar is. Of nu een weg moet aanzien worden als een openbare weg, zal in de praktijk afhangen van de beoordeling door de rechter. In geval er betwistingen opduiken zal hij moeten nagaan of er sprake is van een openbare weg of een privéweg.
Concreet kan je dus stellen dat een weg openbaar is indien hij voor iedereen toegankelijk is. Tenzij de parking voorzien is van enige afsluiting (bijvoorbeeld een hefboom), zal hij aanzien worden als een onderdeel van de openbare weg. Wordt uw parking aanzien als een onderdeel van de openbare weg, dan heeft de politie inderdaad de mogelijkheid om hier controles op uit te voeren en te zien of de verkeerswetgeving wordt toegepast. De politie heeft dan eveneens de mogelijkheid om boetes uit te schrijven bij overtredingen.