“Patiënten zijn ook spiegels”
We ademen in onze dienst helemaal de principes uit van Geweldloos Verzet, een concept dat Prof. Haim Omer introduceerde in de Geestelijke Gezondheidszorg. Hierbij denken we aan Gandhi, Martin Luther King, Rosa Parks … De oude autoriteit – paternalistisch, maternalistisch – heeft afgedaan. Hoe kan je vandaag leidinggeven en toch niet autoritair zijn met als uiteindelijk doel van onze kinderen autonome, sterke volwassenen te maken die respect hebben voor de ander? Je moet durven zeggen: zo moet het nu even, omdat ik weet dat het beter is voor jou. Maar je moet niet het stuurwiel zijn van de adolescent, wel zijn anker. Veel ouders zijn beschaamd als hun kinderen problemen hebben, ze verdoezelen dat, en dat is nergens voor nodig. Dat taboe moet weg.”
Annik Lampo: “In de geneeskunde in het algemeen zijn psychiatrie en Kinder- en Jeugdpsychiatrie ondergewaardeerd als basiskennis hoewel die, voor zowel huisartsen als andere specialismen, zeer zinvol is. Want Kinder- en Jeugdpsychiaters vragen door en blijven doorvragen om juist te kaderen en niet te interpreteren. Althans, dat zouden ze allemaal moeten doen. Het is een belangrijk leerpunt in de opleiding; vragen stellen tot patiënten hun pakje durven afgeven om er dan samen met hen verder rond te werken. Daarom zet je nooit je intelligentie boven de kunst om te communiceren, want je mag zoveel weten als je wil, als je het niet kan overbrengen verkoop je lucht. Geneeskunde is ook praten met mensen en eerlijk durven zijn. Communicatie is in de psychiatrie de essentie. “Quality is a science, service is an art”, ik weet niet meer wie dit zei, maar het is zo juist. En wat overal geldt, geldt ook in de geneeskunde: mensen flippen doorgaans niet op wat je zegt, maar op hoe je het zegt. Natuurlijk is er altijd voorzichtigheid nodig en is niet iedereen klaar voor een zeer directe communicatie.
“Zet uw intelligentie nooit boven uw kunst om te communiceren”
Werd ze beïnvloed door haar werk? “We zijn gewoon om bezig te zijn met het lijden van de ander, om te ‘geven’ en in de gesprekken refereer je zelden naar jezelf. Maar wanneer patiënten vertellen over hun lijden worden ze ook spiegels die je confronteren met jezelf. Hierdoor ga je soms plots zelf dingen beseffen en verwerken. Daarom ben ik patiënten ook dankbaar, ze brengen je inzichten. Je leert als het ware van elkaar.
Maatschappelijk engagement loopt als een rode draad door Annik’s verhaal: “We leven altijd al in een wereld waar de ene kant rijk is en de andere kant arm. De grootste verandering is dat we met veel meer zijn waardoor we elkaar voor de voeten lopen. Dat is geen tof gevoel en het vraagt om een herverdeling. Dat wordt ook geëist, want iedereen wordt mondiger. Enige tijd geleden stapte ik voorbij het Maximiliaanpark in Brussel. Het regende pijpenstelen, en het park lag vol vluchtelingen, gezinnen, jonge mensen, ook kinderen. Ze probeerden te schuilen. Ernaast, in dat zelfde park, zijn er stallen waar paarden en pony’s droog staan. Ik dacht: welke journalist brengt eens dat schrijnende beeld? We zijn bang om minder te hebben, dat is een van de problemen met migratie. We denken dat wij door hun komst minder gaan hebben, maar we hebben hier zoveel. Kunnen wij er echt niet voor zorgen dat deze mensen droog liggen, zich kunnen wassen, naar het toilet kunnen gaan? Hen in hun waardigheid respecteren? Dit is geen oplossing op lange termijn, ik weet het, maar het is alvast iets.
“We lopen elkaar voor de voeten”
We hebben veel last om elkaars perspectief te zien. Diversiteit is zoals het klimaat: het besef moet groeien dat het een probleem wordt voor iedereen als we niet meer ons best doen. Dat betekent niet dat je met iedereen moet overeenkomen, maar wel dat je voor iedereen de ruimte moet laten. Wantrouwen naar elkaar brengt ons nergens.
“Resultaatverbintenis is in de psychiatrie gevaarlijk”
Annik deelt ook een bekommernis met betrekking tot de eigen job. “De nomenclatuur in de Kinder- en Jeugdpsychiatrie voorziet dat we tijd krijgen voor een gesprek met de patiënt. Daar is voor gevochten. Het wordt ook goed vergoed terwijl het remgeld voor de patiënt ongeveer 9 euro bedraagt. Dat is wonderlijk. De meeste artsen, ook pediaters en huisartsen, nemen 15 tot 20 minuten. Dat de zorg gebaseerd is op kwantiteit en prestaties en niet op kwaliteit is een vergissing. Ik ben bang dat de komende jaren het belang van vooral de cijfers nog zal toenemen. Je moet altijd maar “optimaliseren”, maar op een bepaald moment optimaliseer je vooral de cijfers. Het is normaal en tegelijk onrustwekkend dat geneeskunde steeds vaker wordt afgerekend op de resultaten, ook als totale genezing een illusie is. Ook de geleverde inspanning doet er niet toe. Bovendien is geneeskunde die een efficiëntiegeneeskunde wordt niet altijd in het belang van de patiënt. In psychiatrie en kinderpsychiatrie is dat gevaarlijk want resultaten bereik je er vaak pas op langere termijn. Ik herinner me ouders met een zeer angstige zoon van 10 jaar die niet wilde slapen. Het ganse gezin leed eronder, niemand sliep nog en dit sinds jaren. Geen van onze adviezen werd opgevolgd, het resultaat bleef uit en men weigerde de factuur te betalen omdat de jongen nog steeds niet sliep. In de Kinder- en Jeugdpsychiatrie kan je weinig als de ouders en de leefcontext niet meewerken.
“Ik werk liever in de schaduw”
Op de cover van het tijdschrift van Zorgnet-Icuro staat Annik naast Kinder- en Jeugdpsychiater Peter Adriaenssens. Die laatste is een bekend gezicht, hij schreef ook veel boeken voor het grote publiek. Annik heeft een sterke reputatie in haar vakgebied maar is onbekend bij het grote publiek. Annik: “Ik werk liever in de schaduw. Ik denk niet dat het voor de patiënt altijd zo goed is dat je in de pers dingen verkondigt die dan soms zeer zwart-wit geponeerd worden en terecht vragen oproepen. Bovendien vind ik de media vaak opportunistisch, alhoewel ik ook goede ervaringen heb. Als je het voor én tegen vertelt, ben je niet interessant, wat je vertelt moét spectaculair zijn. Ik wil geen discours hebben waarvan ik zelf voel dat het te zwart-wit is. Kernwoorden in dit vak zijn nuanceren en relativeren en het zoeken naar compromissen. Het enige waarin je zwart-wit moet zijn is als een kind in gevaar is, ernstig mishandeld, verwaarloosd, en de ouders niet veranderen. Dan moet het kind beschermd worden en dat gebeurt ook, maar dat hoeft niet in de krant te komen.
En nu, Annik?