De actuele opdracht van de IVA Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin luidt als volgt: “toezicht houden op de toepassing van de voor de voorzieningen geldende regelgeving met betrekking tot het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het agentschap wil hierdoor een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening van deze voorzieningen, de rechtmatige besteding van overheidsmiddelen en een optimale beleidsvoorbereiding en –evaluatie”.
Op dit moment bestaan er vier vormen van inspecties:
– Erkenningsinspecties, waarbij alle erkenningsnormen worden gecontroleerd;
– Kwaliteitsinspecties, waarbij de kwaliteitsnormen worden afgetoetst. Zij werden eind 2008 afgerond;
– opvolgingsinspecties: onaangekondigde inspecties die at random worden gepland en/of onaangekondigde inspecties waarbij normtekorten vastgesteld tijdens de erkenning-, kwaliteits- of klachtinspecties worden opgevolgd;
– klachtinspecties: onaangekondigde inspecties waarbij klachten worden onderzocht.
De aanzet van een totale nieuwe inspectievorm wordt gevonden in het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen. Vooral in het hoofdstuk 6, artikel 7 en 8 over het toezicht en de evaluatie.
Uiteraard gaat het hier over de uiteindelijke verslaggeving over de kwaliteit van zorg, waarover het parlement moet worden geïnformeerd en net daarom over het toezicht op de zelfevaluatie, waarbij de voorziening minimaal aantoont:
– hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert over de kwaliteit van de zorg;
– hoe ze de gegevens aanwendt om kwaliteitsdoelstellingen te formuleren;
– welk stappenplan met tijdspad ze opstelt om de doelstellingen te bereiken;
– hoe en met welke frequentie ze evalueert of de doelstellingen bereikt zijn;
– welke stappen ze onderneemt indien een doelstelling niet bereikt is.
Het decreet van 2003 betekent een andere manier van kwaliteitsdenken en overheidsturing. De uitdaging is hoe de verplichting tot zelfevaluatie, uit te voeren voor 1 januari 2012, door de voorzieningen en de uiteindelijke informatieoverdracht aan het parlement kan gebeuren.
Mogelijk dient een eenvormige bevraging te worden opgesteld, waarbij de output en bijgevolg de kwaliteit van de geleverde zorg in kaart worden gebracht. Hoe dan ook: de ernstige uitdaging waarvoor de woonzorgcentra staan – bovenop het implementeren van het nieuwe woonzorgdecreet – is om de evaluatie met ontwikkelde kwaliteitstandaarden te registreren en de gegevens aan te wenden om de zorg bij te sturen.
(DVDM)