“Cra-domus stelt vast dat een rationeel geneesmiddelenbeleid niet meer mogelijk is zonder een doorgedreven informatisering. Het bestaan van papieren lijsten leidt tot medicatievergissingen door dubbele en verouderde documenten te hanteren. Door de slecht omschreven inzagerechten van de partners in het verzorgend team maakt het een echte teamwerking bijzonder moeilijk,” vertelt Rudy Faelens. “Zo is het nu voor de CRA ondoenbaar om het zorgbeleid in een RVT te coördineren omdat hij niet mag beschikken over de medicatiegegevens. Het is de CRA immers verboden het individueel bewonersdossier in te zien. De verpleeg- en zorgkundige zijn daartoe wel gemachtigd in verband met de medicatielijst, evenals de wachtarts. Er wordt, naar analogie met de deontologie van de ziekenhuishoofdgeneesheer, een uitzondering gemaakt voor epidemische situaties en voor heel specifieke opdrachten. Hierbij moet er wel op worden
toegezien dat de CRA daarbij uitsluitend kennis mag nemen van die elementen, die rechtstreeks te maken hebben met de epidemie en/of de specifieke opdracht.”
Papieren dossier is niet modulair
Met een papieren dossier levert dat praktische, en erg moeilijk op te lossen problemen op. “Een papieren dossier is niet modulair, heeft in regel geen gescheiden afzonderlijke mapjes voor elk onderdeel. Dat vormt één geheel, en als de CRA in het kader van zijn coördinatieopdracht – bijvoorbeeld van een mogelijke MRSA epidemie – de labo-uitslagen van de bezoekende huisartsen in wil zien, dan moet dat papieren dossier dus fysiek geopend worden. De CRA krijgt daarbij de facto gegevens te zien, die buiten de specifieke opdracht gaan. Zoiets is slechts op te lossen door telkens toestemming te vragen aan én bewoner én bezoekend huisarts, waarbij zelfs dan de toegang nog niet gegarandeerd kan zijn vermits het beroepsgeheim van openbare orde is. Een eRVT bewonersdossier waarvan het eMedisch Dossier en het eVerpleegkundig Dossier onderdelen zijn, komt hieraan tegemoet. Een dergelijk eMD is wel modulair en kan voor elk individu verschillende toegangsrechten geven, waarbij de modules strikt gescheiden zijn.”
Grenzen bereikt
Het papieren formularium heeft zijn grenzen bereikt, meent Rudy Faelens. “In eMD’s van huisartsen worden al geruime tijd elektronische formularia gebruikt, met koppeling aan een kennisdatabank (CEBAM). Bij elk elektronisch opgemaakt voorschrift, dat jammer nog steeds op papier moet worden afgeprint, wordt daarbij een koppeling gemaakt met de nodige data over het voorgeschreven farmacon waaronder prijs, verpakkingen, indicatie, tegenindicatie, gebruik, … Sommige eMD pakketten doen zelfs aan bewaking door te waarschuwen bij geneesmiddeleninteracties, of bij tegenindicaties bij bepaalde diagnoses. Voorschrijven in een RVT wordt door bezoekende huisartsen dan ook soms ervaren als terugkeren naar de Middeleeuwen. Alle data moeten immers in papieren boeken opgezocht worden, waarna kennis en bewaking uitsluitend ondersteund worden door de eigen hersenen.”
De hoop van de CRA’s gaat in de richting van een eRVT dossier met koppeling aan het eMD van de huisarts. “Een geïnformatiseerd formularium, gekoppeld aan een kennisdatabank, en geïntegreerd in een elektronische voorschrijfmodule, kan een belangrijke ondersteuning vormen om de preferentieel verkozen medicatie te laten voorschrijven door de bezoekende huisarts. Dit gaat in tegen duurdere, ondoelmatiger, minder geschikte of zelfs tegenaangewezen aangewezen medicatie. Een geïnformatiseerd formularium laat toe daarin de vrijheid van behandeling te laten bestaan. Wie duurdere, ondoelmatiger, minder geschikte of zelfs tegenaangewezen medicatie aan een individuele bewoner toch wenst voor te schrijven – waarvoor er overigens zeker valide redenen kunnen zijn – die mag dat doen, maar dan pas na het wegvinken van een aangeboden pop-up venster. Sommigen zouden daarin zelfs verder durven gaan door de reden van afwijken verplicht te laten intikken. Persoonlijk gaat dat mij te ver,” besluit Rudy Faelens.
Foto-onderschrift: Rudy Faelens : “Voorschrijven in een RVT wordt door bezoekende huisartsen soms ervaren als terugkeren naar de Middeleeuwen.”
Bert Verbeke